SBR Trillingsmeting Spoortrillingen: Onderstaand enkele foto’s en meetresultaten van bemande trillingsmetingen aan gebouwen in de nabijheid van renovatiewerkzaamheden van een tramspoor.
Voor het beoordelen van trillingen ten gevolge van treinverkeer bij nieuwe woningen wordt de Handreiking Nieuwbouw en Spoortrillingen gehanteerd. ProRail adviseert indicatief (zogenoemde quick scan) onderzoek te doen naar de te verwachten trillingsniveaus. Aanleiding voor een onderzoek is de zorgplicht om toekomstige hinder in de nieuwe panden, ten gevolge van de spoortrillingen te voorkomen. Indien er binnen een afstand van 100-200 meter van een spoor wordt gebouw maakt Prorail standaard bezwaar als er geen trillingsondezoek is verricht.
Wij trillingsmetingen conform de voorschriften uit de SBR-richtlijn B: “Hinder voor personen in gebouwen” gedurende ca. één representatieve week.
Trillingen worden bepaald door een snelheidsamplitude in combinatie met de dominante frequentie. Door de trillingsbron ontstaan trillingen die onder te verdelen zijn in driecomponenten namelijk Rayleighgolf (67% van de energie), schuifgolf (26% van de energie) drukgolf (7% van de energie).
Voor de overdracht van de trillingen door de bodem wordt gebruikgemaakt van de empirische formule van Barkan. Op basis meetresultaten wordt de theoretische overdracht bepaald en dus zijn de trillingsniveaus in de bodem op verschillende afstanden.
Voor de overdracht trillingen door de bodem naar het gebouw en van gebouw naar de vloer worden overdrachtsfuncties gebruikt. Ondermeer uit de Publicatie nr. 9/1995 “Rekenmodel voor de bepaling van trillingssterkte” van de Ministerie van Volkshuisvesting. Tevens bezitten wij een databasis met diverse metingen en overdrachtsfuncties.
Draadloze Tri-axiale trillingsmeter voor het verrichten van trillingen binnen de spoorzone. (gekalibreerd)